Begin met het zorgvuldig wassen van de groente onder koud stromend water. Verwijder de steeltjes en eventuele draden langs de zijkanten van de peultjes. Dit zorgt ervoor dat ze prettig zijn om te eten.

Vul een middelgrote pan met 2 liter water en voeg 2 theelepels zout toe. Breng het water aan de kook op hoog vuur. Zodra het water kookt, voeg je de peultjes toe aan de pan. Laat ze ongeveer 3 tot 5 minuten koken, afhankelijk van hoe knapperig je ze wilt hebben. Voor zachtere peultjes kun je ze iets langer laten koken, maar let op dat ze hun mooie groene kleur niet verliezen.

Test de gaarheiddoor er eentje uit te halen en voorzichtig te proeven. Ze moeten knapperig zijn maar niet hard. De perfecte peultje is zacht genoeg om gemakkelijk te eten maar behoudt nog steeds een beetje van zijn knapperigheid.

Zodra ze gekookt zijn naar jouw voorkeur, giet je ze af in een vergiet. Eventueel kun je ze kort afspoelen onder koud water om het kookproces te stoppen en hun levendige groene kleur te behouden.

Doe de gekookte peultjes terug in de pan. Je kunt nu, als je wilt, een klontje boter of een scheutje olijfolie toevoegen voor extra smaak. Breng op smaak met een snufje zout. Hussel de peultjes goed door elkaar zodat de boter of olie en het zout gelijkmatig verdeeld zijn.