Begin met het schoonmaken van de bloemkolen. Verwijder de bladeren en de harde stronk.
Snij de bloemkolen in roosjes van gelijke grootte.
Vul een grote pan met water en breng dit aan de kook.
Voeg de bloemkoolroosjes toe aan het kokende water.
Blancheren: Laat de roosjes ongeveer 3 minuten koken.
Haal de roosjes uit de pan en dompel ze onmiddellijk in ijswater. Dit stopt het kookproces en behoudt de knapperige textuur.
Haal de roosjes uit het ijswater en laat ze grondig uitlekken. Je kunt ze droogdeppen met keukenpapier om overtollig vocht te verwijderen.
Leg de roosjes in een enkele laag op een bakplaat. Zorg ervoor dat ze elkaar niet raken, zodat ze niet aan elkaar vastvriezen.
Plaats de bakplaat in de vriezer en laat de bloemkoolroosjes ongeveer 1 tot 2 uur invriezen.
Eenmaal volledig bevroren, doe de roosjes in diepvrieszakken.
Verwijder zoveel mogelijk lucht uit de zakken voordat je ze afsluit.
Label de zakken met de datum van invriezen.
De bevroren bloemkoolroosjes kunnen direct uit de vriezer in gerechten gebruikt worden, zonder dat ze eerst ontdooid hoeven te worden.