Spareribs bakken is voor mij altijd iets waar ik echt naar uitkijk. Het is zo’n gerecht waar tijd en aandacht het verschil maken tussen gewoon vlees en iets dat van het bot valt en je vingers doet aflikken. Je kent het wel: die geur die zich langzaam door het huis verspreidt terwijl de oven z’n werk doet, de marinade die karameliseert, het vet dat zachtjes smelt. Spareribs bakken is geen haastwerk, het is een klein ritueel van geduld, warmte en smaak.
Wanneer ik spareribs maak, wil ik dat alles klopt. De rub moet kruidig en vol zijn, de saus kleverig en een beetje pittig, het vlees boterzacht. Dat vraagt voorbereiding. Een paar uur marineren is goed, een hele nacht is beter. En dan die oven… langzaam garen op lage temperatuur, en daarna even grillen voor die krokante korst. Spareribs bakken in de oven vraagt aandacht, maar je krijgt er zó veel voor terug.
In deze handleiding neem ik je mee in mijn manier van spareribs bakken. Niet ingewikkeld, maar wel zorgvuldig. We gaan niet voor een snelle hap, maar voor echte smaak. Voor vlees dat je met je handen eet en waarbij je geen mes nodig hebt. En dat voor vier personen, of twee hele hongerige mensen die hun bord aflikken.
Hoe lang spareribs bakken
Spareribs bakken in de oven begint met liefde voor goed vlees en een flinke dosis geduld. Dit recept is voor vier personen, en ik ga uit van een klassieke bereiding in de oven, zodat je binnen je eigen keuken dat barbecuegevoel op tafel zet.
150milliliterbarbecuesaus naar keuzeliefst zelfgemaakt of zonder toevoegingen
Instructies
Verwijder het vlies aan de achterkant van de ribben. Dit zorgt ervoor dat je ribben malser worden.
Meng daarna in een kom de bruine suiker, paprikapoeder, komijn, uienpoeder, knoflookpoeder, zout en peper tot een rub.
Wrijf de ribben royaal in met olijfolie en daarna met het kruidenmengsel.
Leg ze in de ovenschaal, dek ze goed af met aluminiumfolie en zet ze in een voorverwarmde oven op 140 graden Celsius. Laat ze daar minstens tweeënhalf uur garen.
Daarna haal je de folie eraf, bestrijk je de ribben met barbecuesaus en zet je de oven op 200 graden. Laat ze nog een kwartier karamelliseren. Wil je extra korst? Zet dan de grill 3 tot 5 minuten aan.
Heb je dit recept als eens geprobeerd?Laat ons weten hoe het was.
Mijn advies en tips
Laat je kruidenmix minstens twaalf uur intrekken voor maximaal effect.
Het dunne membraan aan de achterkant van de ribben belemmert het garingsproces en zorgt voor taai vlees.
Dat houdt het vocht binnen en zorgt voor stoomgaring.
Even afdekken met folie en tien minuten rust geven maakt het vlees sappiger.
Als je de saus te vroeg toevoegt, verbrandt de suiker. Eerst garen, dan pas glazuren.
Eerst langzaam garen, daarna hoog voor kleur en karamellisatie.
Gebruik een botermesje om te checken, glijdt het moeiteloos tussen de ribben? Dan zijn ze klaar.
Azijn of citroen kan het vlees taai maken. Gebruik dat spaarzaam of helemaal niet in een rub.
Spareribs anders bakken
In de magnetron
Hoewel het niet mijn favoriete manier is, kun je spareribs in de magnetron opwarmen of garen als je haast hebt. Gebruik dan een magnetronbestendige schaal met deksel, leg de ribben erin met wat saus en laat ze op 600 watt zo’n tien minuten garen. Niet ideaal voor de textuur, maar wel voor snelheid.
In een koekenpan
Leg de voorgegaarde spareribs met een beetje saus in een pan met deksel. Laat ze op laag vuur zo’n twintig minuten zachtjes doorgaren. Draai af en toe om en zorg dat ze niet uitdrogen. Een beetje vocht erbij kan helpen. Goed voor een snelle, zachte rib.
In de airfryer
Stel de airfryer in op 180 graden en bak de spareribs zo’n vijftien tot twintig minuten, afhankelijk van dikte en gewicht. Halverwege omdraaien en eventueel nog eens insmeren met saus voor een mooie glans en krokant laagje.
Op de barbecue
De klassieke manier: indirect garen op lage temperatuur. Eerst een uur of twee op de koele kant van de barbecue met gesloten deksel. Daarna nog even direct boven de kolen voor kleur en knapperigheid. Kwasten met saus doe je pas op het laatst.
Hoe ik gebakken spareribs het liefst eet?
Als ik spareribs bak, wil ik dat het vlees zó gaar is dat het loskomt bij de eerste trek aan het bot. Ik laat ze altijd uren in de oven garen onder folie, op lage temperatuur, zodat het collageen smelt en het vlees mals wordt. Daarna zet ik de grill voluit aan om een donkere, licht krokante korst te krijgen. Dat contrast tussen zacht vanbinnen en sticky vanbuiten is alles voor mij.
Ik eet mijn spareribs het liefst met mijn handen. Geen vorken, geen poespas. Een stapeltje natte doekjes erbij, een groot bord vol met geroosterde aardappels of maiskolfjes. Soms maak ik er coleslaw bij met veel mosterd en appel. Een stevige rode wijn of koud biertje mag niet ontbreken. Het gaat mij om de beleving, niet om tafelmanieren.
Als kok werk ik graag met lagen van smaak. Dus ik gebruik eerst een rub die diep kruidig is – iets rokerigs, iets warms zoals komijn en een snufje kaneel. Daarna marineer ik ze nog een uurtje extra met een mengsel van tomatenpuree, een lik honing en een kneep citroensap. Dan bakken, dan rusten, dan aansnijden. Als je die ribben opensnijdt en het bot komt er schoon uit, dan weet je: dit zijn goeie spareribs. En dán pas begint het genieten. Met een klodder saus aan je kin, en niemand die dat erg vindt. Zo hoort het.
Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kok
Als kok weet Wilhelmus Hengstmengel als geen ander dat ook simpele gerechten bijzonder smakelijk kunnen zijn. Steeds meer mensen zijn ook op zoek naar gerechten waarbij niet de hele keuken op z'n kop hoeft te worden gezet.
Hij heeft inmiddels ruim 15 jaar ervaring in de keuken, en schrijft artikelen en recepten voor diverse Nederlandstalige receptensites (onder andere deze site), en enkele Duitstalige receptensites. Als oud groenteboer weet hij veel over groenten en fruit, en door het veelvuldig koken ook veel over de bereiding van vlees en vis. En natuurlijk over het langer goed houden van voedingsmiddelen. Hij heeft een passie voor het schrijven over simpele gerechten en kookmethoden. is een geboren Rotterdammer, maar vandaag de dag een echte Tiroler en Wereldburger. Zijn motto. "soms kom ik erg dom over, maar ik draag tenminste een schone leesbril, en zie dus alles helder".